dinsdag 30 december 2008

dinsdag 23 december 2008

Kerstverhaal Bloedrode Kerst - niet voor gevoelige types :)

“Dus dit is Kerst dit jaar: drie gedumpte meiden van bijna veertig op een uitgestorven Waddeneiland.”
Dat was Sylvia. Sylvia had nog de meeste puf over van de klim naar de mistige duintop. Eline volgde al licht hijgend, met haar schoenen in de hand.

“Mijn voeten vriezen er af, doe die deur open!” gilde ze. Maar Mirjam had de sleutel en kwam als laatste aanzetten met de boodschappentas. Afgepeigerd.
“Ik heb nu al spijt, jongens,” zei Sylvia somber. “Wat een akelig vakantiehuis is dit, zo grauw en betonnerig.” Ze tuurde over de duinen, het had licht gevroren en er zweemde iets wits over het landschap. En over een half uur begon het alweer te schemeren.

“Ik moet plassen!” dreinde Eline kleumend. “Mir, schiet op!”
Het huisje viel van binnen nog mee, het was redelijk schoon. De twee slaapkamers hadden Mirjam en Eline al op de veerboot voor zichzelf geclaimd. Sylvia vond het best, zij zou wel op de bank in de woonkamer crashen.
Eline verdween meteen in het toilet.
“Spinnen!” gilde ze.
“Kijk eens wat ik bij me heb.” Mirjam toonde Sylvia een zwangerschapstest. “Ik ben een week over tijd.”
“Mijn hemel, en het is uit met Paul!” zei Sylvia verbaasd.
“Nog wel. Doet jouw mobiel het, ik heb geen bereik?”
“Wie wil je bellen dan, we zijn er net?”
”Paul,” zei Mirjam. “Als hij opschiet, kan hij de laatste boot nog nemen.”
“Nee, hè! Je wil Paul toch niet uitnodigen?” riep Sylvia verontwaardigd uit. “Dit zou een Kerst zonder kerels zijn, weet je nog!”
“Alleen als die test positief is! Ik wil hem verrassen! Wat mooier kerstcadeau dan een baby!”

“Je bent gek,” zei Sylvia nijdig. “Nog geen uur geleden zei je dat je blij was dat je van hem...” De wc werd doorgetrokken en ze zwegen allebei. Eline kwam van het toilet en keek hen vragend aan.
“Is er iets?” vroeg ze.
“Nee.”
“Ja.,” zei Sylvia. “Mirjam wil Paul uitnodigen!”
“Wát! Waarom in ’s hemelsnaam?”

Mirjam en Sylvia zwegen.
“Je doet het niet, hoor!” zei Eline dreigend. “Dit is óns weekend, van ons drieën! Geen mannen erbij, dat hebben we toch afgesproken? Geef hier die gsm!” Ze griste naar het mobieltje van Mirjam.
Sylvia inspecteerde intussen peinzend de keuken.
“Hoe ziet het eruit?” riep Mirjam.
“Alles doet het, behalve de magnetron, daar zit een briefje met ‘defect’ op. Zullen we nog koffie zetten of gaan we meteen maar over op de rosé?”
“Er is ook glühwein,” riep Eline, die tot grote ergernis van Mirjam het mobiele telefoontje te pakken had gekregen en er joelend mee wegrende.

“Jongens, doe eens normaal!” riep Sylvia geërgerd. “Eline, geef dat ding terug.”
Er stond waarachtig een kerstboom, een kunststoffen geval zonder piek of slingers, maar met twee ballen. Sylvia zette de radio aan en draaide aan de knoppen tot ze een metalig kerstliedje vond. Ze zette de volumeknop hoger. Buiten vloog een tragisch krijsende meeuw voorbij.

“Goed, en wat doen we om het warm te krijgen?” riep Mirjam boven de muziek uit. Ze checkte of haar mobieltje het nog deed. “Ik heb nog een extra dikke trui bij me, dus als je het koud hebt?” Dit was tegen Sylvia. Eline kon even de pot op wat Mirjam betrof.

Eline droeg een nylon blouse, grijs met zilverkleurige lurex, en daaronder had ze een paarse mouwloze top en een paarse rok van een dunne chintzstof. De paarse schoentjes, waarmee je dus geen duin kon beklimmen, pasten precies bij de top en de rok. Ze verrekte van de kou.

“Doet die open haard het dan niet? Weet jij hoe het moet?” Eline keek Sylvia verwachtingsvol aan. Sylvia wist die dingen.
“Er is geen hout,” zei Sylvia. “Een open haard heeft hout nodig.”
“Ik heb buiten een stapel boomstammetjes gezien,” zei Mirjam. “Onder een afdak, opzij van het huisje.”
“Mooi. Dan ga jij houtblokken halen.”
“Ik heb nog altijd geen bereik,” mopperde Mirjam. “Shit.”
“Hout!”
“Ik ga al!”
Mirjam sloot de deur achter zich.
“Ze is zwanger van Paul,” zei Sylvia. Met een ruk draaide Eline zich om van de koelkast.
“Je liegt het!”
“Ze heeft zo’n zwangerschapstest bij zich. Als die positief is, wil ze Paul bellen.”
Eline hapte naar adem.
“Dat meen je niet. Zwanger? Het is toch allang uit tussen die twee?”
"Aan uit, aan uit. Ik volg het niet meer, hoor. Zie jij Mirjam al als moeder? Ze heeft er wel het figuur voor. Ze is de enige van ons met heupen. En serieuze borsten.”

Mirjam kwam terug met drie houtblokken.
“Dit is eerst wel genoeg, denk ik. Doe me nu maar een wijntje.”
“Zou je dat wel doen?” vroeg Eline ijzig.
Mirjam schrok.
“Nee, hè, Sylvia, je hebt het haar verteld!”
“O, sorry, ik wist niet dat het een geheim was,” zei Sylvia verontschuldigend.
“Ik wilde het eerst aan Paul vertellen,” pruilde Mirjam.
“Maar Sylvia weet het toch ook al?” zei Eline.
“Ja. Dat is zo. Vind je het niet gaaf?” zei Mirjam stralend. “Een kindje!”
“Hoe ga je dat dan doen met je werk?” vroeg Eline.
“Weet ik veel. Een crèche of zo?”
“Wanneer ga je die test doen?” wilde Sylvia weten.
“Zo dadelijk. Ik moet me eerst wat moed indrinken.”

Eline liet zich op de bank neerploffen. Ze staarde in het vuur, dat langzaam begon op te laaien. Intussen opende Sylvia een fles en schonk in. Mirjam nam een slok rosé.
“Ja, hier heb ik wel bereik!” riep ze blij uit. “Ik stuur hem een sms’je.” Haar vingers vlogen al over de kleine toetsen.
“Maar je zou toch wachten tot na die test?” zei Sylvia verbaasd. Mirjam was zo’n ontzettende chaoot soms. Je zou niet zeggen dat ze een advocatenkantoor runde.
“Oeps, het is al weg,” grijnsde Mirjam. “Oké, dames, dan is het nu tijd voor De Test! Ik heb er gewoon buikpijn van, weet je dat wel?”

“Moeten we je hand vasthouden?” zei Eline spottend. Ze dronk haar glas rosé in één teug leeg. De radio stond nog altijd keihard aan en nu was het tijd voor ‘White Christmas’. Terwijl Mirjam op de wc zat, zongen de twee anderen uit volle borst mee. Eline schonk haar lege glas vol.

“Jongens!” klonk het boven de crooner uit. “Help!”

Eline en Sylvia keken elkaar geschrokken aan en sprongen overeind. Dit klonk ernstig.
“Ik ben ongesteld!” Mirjam had de wc deur opengegooid. Ze zat snikkend op de pot.
“Heeft iemand van jullie maandverband bij zich?”
“Jeetje, Mir. Nee, misschien heb ik nog wel een paar tampons ergens in mijn tas," zei Eline.
“Kan ik niet tegen. Jij, San?”
“Ik heb niets bij me. Ik ga wel even naar de supermarkt in het dorp,” zei Sylvia. “Of de drogist, wat ik maar het eerst tegenkom. Misschien zijn ze nog open. Wat jammer, joh.”

Sylvia trok snel haar jack aan en vertrok.
Ze had veel om over na te denken. Haar relatie met Paul bijvoorbeeld… Nu ze wist dat Mirjam nog contact met hem had, moest ze de wijste zijn. Ze moest hem afschrijven. Vertellen dat het over was.
Diep in gedachten bereikte ze de weg naar het dorp.

Mirjam bleef op de wc zitten snikken.
“Misschien is het maar beter ook,” zo probeerde Eline haar te troosten. “Het is immers toch uit met Paul?”
“Niet. Het was net weer aan.”
“O? Kom nou van die wc af. Je kan toch wel voor één keer een tampon gebruiken?”

Eline had intussen helemaal onderin haar handtas die ze al jaren met zich meesleepte, eentje opgedoekt.
“Nee. Die dingen verdwijnen bij mij.”
“Neem deze handdoek. En er is wc papier genoeg.”
“Dus geen kindje,” zei Mirjam zacht. “Ik zal Paul maar weer een berichtje sturen, dat ie niet moet komen.”
“Nee! Dat moet je niet doen,” zei Eline. “Dat is toch niet leuk voor die jongen? Hij zet alles opzij om die boot te halen!”
“Hij had geen plannen voor Kerst. Beetje zappen op de bank.”
“Dan is hij nu misschien wel al onderweg.”

“Jij kan niet zo goed met Paul, hè?” vroeg Mirjam opeens.
“Hoe bedoel je?”
“Jij en Paul Jansen, dat klikt toch niet? Zegt hij?”
“Niet echt nee.” Eline zweeg even en wenste dat Sylvia terug was. Sylvia kon ook de meest moeilijke gesprekken op gang houden en tot en goed einde brengen. Een gave.

“Zeg, die zwangerschapstest, die heb je nu niet meer nodig, hè?” vroeg Eline.
“Nee. Misschien wel nooit meer. Ik ben achtendertig, tenslotte.”
“Zal ik hem voor je bewaren?” bood Eline aan.
Mirjam overhandigde haar het staafje.

Er ging een half uur voorbij. Het was intussen donker buiten. Eline en Mirjam zwegen en luisterden naar de radio. Ergens op het eiland reed een ambulance met sirene in de richting van het dorp, verder was het stil. Mirjam sneed stukjes camembert af met één van de grote vleesmessen uit de keuken. Mooie scherpe messen. De eigenaar van het huisje had in ieder geval oog voor wat echt belangrijk was in de keuken.

Eline hakte met net zo’n mes een leverworst in plakken. Buiten begon het te hagelen, maar het was niet langer koud in het huisje. In de open haard vlamde nu volop oranje vuur. Het werd later en later. Door de wijn en de warmte doezelde Mirjam even weg. Ze schrok op van het geluid van de doorgetrokken wc.
“Wat blijft Sylvia lang weg,” zei Mirjam nadat Eline terug was van haar wc bezoek. “Het is al bijna tien uur! Zo ver is dat dorp nu toch ook weer niet? Ze zal toch niet verdwaald zijn?”

Eline zei niets. Sylvia was haar laatste zorg nu. Ze legde de zwangerschapstest op de salontafel, naast de plankjes met leverworst en camembert, de halfvolle glazen wijn en de flonkerende kwaliteitsmessen.
“Waarom klikt het eigenlijk niet zo tussen jou en Paul?” wilde Mirjam weten. “Jullie zijn nog wel collega-griffiers op dezelfde rechtbank.”
“Hou toch je mond.”
Mirjam keek verbaasd op.
“Wat is er met jou? Ook ongesteld geworden?”
“Niks.”
“Waarom leg je nou die test midden op de tafel?”
“Ik heb hem gebruikt,” zei Eline. “Hij is positief.”
“Wat? Ben je zwanger? Maar het is toch al maanden uit met Johan?”
“Het is ook niet van Johan.”
“Niet?”
“Snap het dan! Stomme trut! Het is van Paul…”

“Het spijt me, meneer Jansen,” zei de politieagent de volgende ochtend. “Maar we hebben toch wel wat vragen voor u. Dus de overleden juffrouw die gisteravond onder een auto is gekomen en die u net heeft geïdentificeerd, heette Sylvia Kamerling, dat weet u zeker?”
Paul knikte.
“En de twee neergestoken vrouwen die u gisteravond dood in het zomerhuis aantrof, kende u ook? Wilt u dan een verklaring afleggen over de toedracht en…”
De agent werd opzijgeduwd. De inspecteur die van het vaste land was overgekomen, had zijn jas nog aan.
“Laat mij de vragen maar stellen. U beweert dat Eline Zomers en Mirjam van der Berg al gestorven waren toen u bij het zomerhuis aankwam.”
Paul knikte weer. Hij was nog altijd misselijk. De geur van bloed hing om hem heen.
“U bent gisteravond met de laatste boot gearriveerd, nietwaar,” ging de inspecteur verder. “Om een uur of half elf bereikte u het huisje.”
“Dat kan wel.”
“De taxichauffeur heeft dat zojuist bevestigd. Volgens hem klonk er muziek in het huisje. Alsof er een feestje gaande was.”
“Ik heb hem geen fooi gegeven. Hij kan wel van alles beweren,” zei Paul dof.
“Het feit dat u vanochtend pas om tien uur aangifte heeft gedaan, en dat uw kleren onder het bloed zitten, dat alles maakt u natuurlijk wel verdacht… We hebben dan ook geen andere keus dan u in voorlopige hechtenis te nemen.”

Paul Jansen zweeg.

Het maakte hem niet uit dat ze de waarheid niet geloofden. In zijn vuist omklemde hij nog altijd de zwangerschapstest die hij in het huisje had gevonden. De test was positief. Maar van wie de test was, Mirjam? Eline? Sylvia misschien? Daar zou hij nu nooit meer achterkomen. Dat was toch zo gemeen van die meiden! Dat ze altijd tegen hem samenspanden!

zondag 21 december 2008

donderdag 18 december 2008

Vakantiedrukte



(Die foto is niet op Terschelling gemaakt hoor. Rustig nou maar.)


Morgen begint de kerstvakantie, zet je schrap. Een lijsje met tips om 5 januari te halen (voor mensen zonder enig tijdbesef: dat is de maandag dat iedereen weer vertrokken is):

Tip 1: Ga op tijd naar de supermarkt en sla zoveel mogelijk dingen maar alvast in. Straks is het op! Nou ja, het is ook op als iedereen alles meteen inslaat natuurlijk. Dus vergeet deze tip. Kom nou, er wordt elke dag vers aangevoerd! O ja.
Tip 2: Maak je niet druk.
Tip 3: Maak je wel druk.
Tip 4: Laat álles thuisbezorgen. Álles.
Tip 5: Breng álles weer terug. Álles. Het past toch niet allemaal in je koelkast en het bederft anders.
Tip 6: Doe niet aan Kerst.
Tip 7: Ga uit eten. Reserveer nu alvast.
Tip 8: Snauw niet tegen badgasten. Die kunnen er ook niets aan doen.
Tip 9: Maak geen lijstjes. Die vergeet je toch maar.
Tip 10: Sla alle raad in de wind en maak er iets gezelligs van! (Dat wordt dus moeilijk want dit valt daar ook onder.)

Alvast een prettige vakantie eenieder! Die het heeft! En anders werk ze.

vrijdag 12 december 2008

foto's

zaterdag 6 december 2008

Bungelende schoenen






Al enige jaren hangen er twee schoenen in een boom in onze straat. Vanuit ons slaapkamerraam kan je ze mooi zien, net als de toren. Ik denk dat ze er terecht zijn gekomen na een Berenloop, door iemand die misschien blij was dat ie die marathon had volbracht? Of zijn het nog strandschoenen? Daar waren er ook zo veel van. Ik zag ze een paar maanden geleden nog ergens te koop. In ieder geval hangen die dingen er, in weer en wind, en je gaat je dan toch afvragen hoe lang die veters het nog gaan houden. Gaat dat niet rotten? Blijkbaar goed spul, waar ze van gemaakt zijn.

In de herfstvakantie zat ik boven en hoorde ik de stem van een Terschellinger, nee we noemen geen namen, van gepensioneerde leeftijd. Hij had het tegen 2 badgasten, een man en een vrouw, die de schoenen in de boom stonden te bewonderen. Ze hadden een rugzakje bij zich, zo te zien waren ze van plan om een behoorlijk eind te gaan wandelen. Ze hadden er duidelijk echt zin in en waren bereid alles onderweg interessant te vinden, ook een paar suffe schoenen in een boom. Als je op vakantie bent, heb je dat. Ook al hangen er overal ter wereld schoenen in bomen.

De conversatie ging ongeveer zo:
"Kuck mahl!" zei die vrouw, of zoiets.
De man knikte geboeid. Ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat ze zelfs een foto maakten. Opeens kwam de gepensioneerde Terschellinger ertussen.
"Dass machen wir immer mit alte schuhe!" riep hij in niet veel beter Duits dan dat ik het hier opschrijf. "Dass bringt glück!"

Die badgasten schrokken van hem, denk ik. Ze glimlachten beleefd en liepen snel verder. Halverwege de straat kregen ze trouwens een ontzettende heibel met zijn tweeën, maar dat kon ik niet meer verstaan. Helaas.

Ik dacht even na. Misschien had de Terschellinger wel gelijk. Misschien had iemand die dingen inderdaad de boom in gekeild om die reden. Weet ik veel? Mensen gooien ook geld in fonteinen, nietwaar.

Een dag later zag ik het Duitse stel in de Boomstraat. Ze liepen hand in hand, blijkbaar hadden ze hun ruzie bijgelegd. Aan de rugzak van de man hingen twee schoenen, duidelijk nog afkomstig van het strand, uit die container. Ik herkende ze, want wij hadden ook zo'n paar in huis.

Ik vroeg me af of hij, nu hij toch 'nieuwe' had, een paar oude schoenen een boom in had geslingerd. Voor geluk. Zou toch kunnen? Misschien had het één wel te maken met het ander. In ieder geval zagen ze er zeer gelukkig uit met zijn twee.

Die schoenen in de boom in onze straat hangen er nog steeds en ik ben er aan gewend, ze horen er gewoon. Stiekem hoop ik dat ze echt geluk brengen. :)

woensdag 3 december 2008

Politieke problemen

Leeg nest

Ineens is het dan zover en zijn je kinderen, voor een deel dan toch, de deur uit. Met wat geluk zie je ze nog in de weekends, in ieder geval de jongste, maar verder gaan ze hun gang. Zo moet het ook, geloof ik. Dus wel veel tijd en rust om verhalen te schrijven. Momenteel is het een verhaal voor de serie Kinderafdeling waar ik mee bezig ben, er zijn altijd nog verhalenwedstrijden en de stamboom om na te pluizen geeft ook nog genoeg werk. Maar het is toch niet hetzelfde. Kun je zelfs vieze sigarettenlucht missen? Een mens zou er sentimenteel van worden.

dooie herfstbladeren

woensdag 26 november 2008

Edelherten op Terschelling

Op Terschelling zijn edelherten gesignaleerd, terwijl deze dieren normaal niet voorkomen op het eiland. Staatsbosbeheer denkt dat de dieren illegaal aan land zijn gebracht.
"Als de grote geweien van de herten afgezaagd worden, kunnen ze onopgemerkt in een paardentrailer of kar met de veerboot vervoerd worden", zegt Freek Zwart van Staatsbosbeheer.


Hertensprookje

Er was een eens edelhertje, Bimba genaamd, dat een vrolijk onbekommerd leventje leidde op een hertenfarm met alles dr op en dr aan. Zijn vader en moeder woonden er ook, tot een week voor de kerst een paar jaar geleden in ieder geval, daarna waren ze opeens verdwenen, net als zijn ooms en tantes. Met zijn broer, zusjes, neefjes en nichtjes en zijn beste vriend Jonas had Bimba het evenzogoed reuze naar zijn zin. Ze groeiden allemaal voorspoedig op tot prachtige volwassen exemplaren.
Op een dag kwamen er echter een paar grote voertuigen naar de hertenfarm. De herten waren die dag nogal laat op voor hun doen, ze voelden zich allemaal nog een beetje slaperig, alsof ze de avond ervoor flink gefeest hadden. Voor Bimba er erg in had, zat hij, net als een paar van zijn vier zusjes en vijf nichtjes, in één van de voertuigen. Hij viel al snel weer in slaap. Toen hij wakker werd en door een kier naar buiten keek, meende hij water te zien. Zoiets als het vennetje bij de hertenfarm, maar dan wat groter. Wat een avontuur, dacht hij nog, jammer dat Jonas dit niet kon meemaken. Hij miste zijn makker. Hadden ze niet onlangs nog met hun geweien een hartje in een boom gekerfd?
Hij merkte dat het voertuig weer begon te rijden. Na een tijdje werden ze uitgeladen en stonden ze zomaar ergens in een onbekend gebied. Zijn zusjes en zijn nichtjes vonden het buitengewoon interessant en begonnen meteen aan wat orchideën te knagen, maar Bimba staarde somber voor zich uit.
"Binnen een jaar hebben we er twee keer zoveel," hoorde hij nog iemand zeggen voor de voertuigen verdwenen.
Bimba slikte. Hij keek naar zijn grijnzende zussen en zijn nichtjes. Hij nam de benen.
Een dag later had hij het grote water teruggevonden. Met een aanloop stortte hij zich in de zee.
"Jonas!" bracht hij nog uit, voor hij richting de Friese kust zwom. En jawel, hij vond de weg terug naar de hertenfarm en leefde nog lang en gelukkig met Jonas. Of hij is verzopen, dat kan natuurlijk ook...

Zie ook

Lees hier verder.

En hier het artikel in de LC.

zondag 12 oktober 2008

Het nieuwe Onze Vader en de nieuwe Messias

Gejat van Marinade Dave
Our Messiah, who art in Washington,
Hallowed be thy name.
Thy administration come.
Thy will be done
In the House, as well as in the Senate.
Give us this day our monthly bread.
And forgive us our debts,
As we tax the wealthy.
And lead us into socialism, as You deliver us from the evils of capitalism.
For thine is the Kingdom of Barack Obama,
And the power,
And the glory,
For four years or eight.
We pray for more.
Amen.

zondag 5 oktober 2008

reclame...



Gevonden op internet. Ik geef maar geen commentaar...

zaterdag 4 oktober 2008

Dierendag



Het is dierendag dus gaan we vandaag voor vlees!

zaterdag 27 september 2008

Komt het nog goed met Amerika?





Het lijkt er op dat het kapitalisme op zijn retour is, misschien wel failliet. Dit was allang voorspeld, maar je kijkt er toch van op. Leven op de pof, dat gaat een land blijkbaar op den duur opbreken. Op Internet kun je van alles vinden over oorzaken en gevolg. Juist nu is het wel interessant om de al wat oudere berichten na te pluizen en te zien hoe iedereen al was gewaarschuwd.

Een bericht daterend van januari dit jaar, maar best interessant.

En ik citeer (nou ja, ik neem het gewoon in zijn geheel over) nog een bericht van Internet, van november 2007:
DE OVERHEID LEENT GELD BIJ DE CENTRALE BANK MET RENTE?
Sinds de 'Federal Reserve Act' wet uit 1913 is er in Amerika een systeem waarbij niet de overheid maar een verzameling van private en publieke banken het Amerikaanse geld beheert. De Amerikaanse president die de goedkeuring heeft gegeven aan deze overdracht was Woodrow Wilson. Hij zou een aantal jaren na invoering van deze wet het volgende gezegd hebben:

"I am a most unhappy man. I have unwittingly ruined my country. A great industrial nation is now controlled by its system of credit. We are no longer a government by free opinion, no longer a government by conviction and the vote of the majority, but a government by the opinion and duress of a small group of dominant men." - Woodrow Wilson, 1919
Ook Thomas Jefferson, de derde Amerikaanse president, wees al op het gevaar van de banken toen hij zei:

"I believe that banking institutions are more dangerous than standing armies...If the American people ever allow private banks to control the issue of currency...the banks and corporations that will grow up around them will deprive the people of their property until their children wake up homeless on the continent their fathers conquered" - Thomas Jefferson (1743-1826)

Het meest opvallende van de documentaire vind ik wel dat er gesuggereerd wordt dat er sinds 1913 een geld systeem is dat als volgt zou werken: de federale reserve bank (de term federaal zou overigens nog weinig met de federale overheid te maken hebben) vraagt aan de treasury om bij wijze van spreken één dollar te maken (kosten hiervoor 4 dollarcent), vervolgens leent de federale reserve bank dit geld uit aan iedereen die dit geld wil lenen, maar wel tegen een rente.

Zelfs de overheid zelf zou geld lenen van deze voornamelijk private Federal Reserve Bank en ook met rente. Dit zou leiden tot de volgende absurde situatie: de overheid leent een dollar van de bank en krijgt daardoor een schuld van een dollar, maar het moet ook laten we zeggen 2 cent rente betalen voor iedere dollar. Hoe kan de overheid die 2 cent betalen? Niet met die ene dollar die ze net geleend hebben, dus zijn ze genoodzaakt om nog een dollar te lenen waardoor ze die renteschuld kunnen afbetalen. Het lenen van die tweede dollar impliceert echter weer een nieuwe rente!

Kortom, als dit echt is zoals het zou werken, dan is het per definitie onmogelijk om die schulden ooit af te lossen.

HOEVEELHEID DOLLARS IN OMLOOP
In de loop van de jaren is er door de federale bank enorm veel geld bijgemaakt. De hoeveelheid Amerikaanse dollars in omloop werd altijd weergegeven in 'M3' wat staat voor het meest uitgebreide overzicht van al het Amerikaanse geld dat in de gehele wereld in omloop is. Onderaan deze pagina staat een meer precieze definitie.

Tot mijn grote verbazing ontdekte ik dat deze federale reserve bank sinds maart 2006 niet langer de M3-waarden publiceert. Volgens velen omdat de hoeveelheid geld in het buitenland zo enorm groot aan het worden was dat het wel eens zou kunnen leiden tot een verlies van het vertrouwen in de Amerikaanse dollar. In het overzichtje tot die tijd kun je zien dat er tussen 1959 en 2005, 40 keer zoveel geld in omloop is gebracht. In 1959 was er zo'n 250 miljard dollar in omloop. In 2005 maar liefst 10 duizend miljard oftewel 10 biljoen dollars.

Sinds maart 2006 leven we in de wereld dus met dollars, die sinds 1971 niet meer gerelateerd zijn aan goud, waarvan we met zijn allen niet meer mogen weten hoeveel ervan in omloop zijn. Dat is pas echt vertrouwen hebben, en gezien de geschiedenis van de Federal Reserve lijkt me dat vertrouwen niet echt in goede handen.

AFRONDING
Wat ik vooral zou willen weten is of het inderdaad zo is dat de Amerikaanse overheid geld moet lenen bij een andere instantie (de 'Federale' Bank) tegen rente? Is het ook zo dat het vrij ondoorzichtig is onder wat voor voorwaarden er geld bij wordt gedrukt voor de buitenlandse handel? Wat zou er gebeuren als alle buitenlanders zouden beslissen de in omloop zijnde Amerikaanse dollars te gaan omzetten in Amerikaanse producten, zoals huizen en andere Amerikaanse producten? Heeft de Amerikaanse winkel nog wel terug van al dat geld dat in omloop is?

BIJLAGE: DEFINITIES VAN M1, M2 en M3 (van Federal Reserve, Maart 2006)

1. M1 consists of (1) currency outside the U.S. Treasury, Federal Reserve Banks, and the vaults of depository institutions; (2) travelers checks of nonbank issuers; (3) demand deposits at commercial banks (excluding those amounts held by depository institutions, the U.S. government, and foreign banks and official institutions) less cash items in the process of collection and Federal Reserve float; and (4) other checkable deposits (OCDs), consisting of negotiable order of withdrawal (NOW) and automatic transfer service (ATS) accounts at depository institutions, credit union share draft accounts, and demand deposits at thrift institutions. Seasonally adjusted M1 is constructed by summing currency, travelers checks, demand deposits, and OCDs, each seasonally adjusted separately.

2. M2 consists of M1 plus (1) savings deposits (including money market deposit accounts); (2) small-denomination time deposits (time deposits in amounts of less than $100,000), less individual retirement account (IRA) and Keogh balances at depository institutions; and (3) balances in retail money market mutual funds, less IRA and Keogh balances at money market mutual funds. Seasonally adjusted M2 is constructed by summing savings deposits, small-denomination time deposits, and retail money funds, each seasonally adjusted separately, and adding this result to seasonally adjusted M1.

3. M3 consists of M2 plus (1) balances in institutional money market mutual funds; (2) large-denomination time deposits (time deposits in amounts of $100,000 or more); (3) repurchase agreement (RP) liabilities of depository institutions, in denominations of $100,000 or more, on U.S. government and federal agency securities; and (4) Eurodollars held by U.S. addressees at foreign branches of U.S. banks worldwide and at all banking offices in the United Kingdom and Canada. Large-denomination time deposits, RPs, and Eurodollars exclude those amounts held by depository institutions, the U.S. government, foreign banks and official institutions, and money market mutual funds. Seasonally adjusted M3 is constructed by summing institutional money funds, large-denomination time deposits, RPs, and Eurodollars, each adjusted separately, and adding this result to seasonally adjusted M2.
bron:

Waterput.




Hoe het verder moet...? Natuurlijk is het weer de arbeider die de klappen kan incasseren. Ouderen herinneren zich nog wel wat de gevolgen van een economische crisis kunnen zijn:
Brother can you spare a dime...

Iets geleerd van al deze ellende? Een land heeft een goed functionerende overheid nodig. Eentje die kan ingrijpen als het moet. En banken... Niet te snel mee in zee gaan! Maar ja, het is ook zo verleidelijk: 'Lekker lenen, van later zorg hoe je het aflost.'

woensdag 10 september 2008

Muskietenplaag


Terschelling heeft te kampen met een heuse muskietenplaag. Sinds ongeveer een week kun je niet buiten verkeren zonder gestoken te worden.
Staat het water te hoog, komt het door de natte zomer, is het een gevolg van de klimaatsverandering of is er geen duidelijke reden voor dit vervelende euvel?

Weer gemist!

3 september was het 120 jaar geleden dat mijn grootmoeder geboren is, en toen ik daar op die dag aan dacht, schoot het me te binnen dat we onze trouwdag op 1 september dit jaar weer eens helemaal vergeten zijn. En dat de wereld vandaag zou vergaan, ook niet meegekregen. Weer gemist! Nou ja, er komt vast nog wel eens een kansje...

maandag 4 augustus 2008

De brief (verhaal voor de verhalenwedstrijd Woordenstroom)

Lieve Anna,

het moet maar eens. Ik wil je vertellen over vroeger.

Achttien was ik toen. Het gymnasium had ik netjes afgemaakt, met allemaal goede cijfers. En het had mijn moeder als beloning wel leuk geleken om, samen met haar, een tijdje mee te varen op het schip van mijn vader, want anders zou ik hem nooit goed leren kennen, zo zei ze. Mijn oudere broers zaten in die tijd al in Indië. Het zou een gezellige reis worden, met ons drietjes in de kapiteinssalon.

We waren op Rathlin Innes terechtgekomen na een Atlantische zomerstorm, die het roer van de 'Pooldam' onklaar had gemaakt. Dankzij de zeemanskunsten van mijn vader de kapitein, god hebbe zijn ziel, zijn we toen niet verzopen, maar het lullige haventje van Rathlin Innes binnengelopen. Een stip op de zeekaart, en volgens de tekst erbij onbewoond, nou het scheelde inderdaad niet veel.
Mijn vader zat aardig in de piepzak. Omdat intussen de Tweede Wereldoorlog was uitgebroken, konden we geen vervangende onderdelen naar het eiland laten overbrengen. Die moesten namelijk uit Duitsland komen en tja, dat werd een beetje moeilijk. Snap je, liefje?

Na een tijdje ging ik me vervelen, maar aanvankelijk vond ik het niet erg om op het afgelegen eiland vast te zitten. Het was een rustpuntje in de heksenketel die 1939 heette en ik kon hier eens goed nadenken over mijn leven en wat ik er verder mee wilde. Mijn eerste verkering had ik er net op zitten. Hij was een gebrilde Amsterdamse jongen die Bob heette en die later nog bij het Verzet is gegaan. Hij maakte het in juni uit voor Lies, een blond scharminkel waarmee hij later ook nog getrouwd is, geloof ik. Niet dat het wat uitmaakt. Nu niet meer.

We zaten inmiddels al een maand op dit godvergeten eiland, dat bij Ierland hoorde, maar net zo ver weg lag van Schotland. Sean was een Schot. Hij woonde hier bij zijn tante, zo had hij me verteld, tussen de mottige schapen en de verweerde tandeloze vissers, omdat hij het vertikte om voor de Engelsen tegen de Duitsers te vechten. Soms geloofde ik hem, soms niet.

Ik wachtte die dag al een uur of zo op Sean. Als ik door het halfronde raam van het kerkje naar buiten keek, kon ik ons schip beneden in de baai zien liggen. De 'Pooldam' , een roestige Hollandse vrachtvaarder die wachtte op betere tijden. Eigenlijk was onze bestemming Le Havre, maar daar zou de 'Pooldam' nooit aankomen, haar karkas ligt nu ergens bij een werf in New Jersey te roesten, vermoed ik.
Ja liefje, je tante heeft heel wat meegemaakt in de tijd dat ze jouw leeftijd had.

Ik stak een sigaret op. Een biddende vrouw keek me even verstoord aan. Ik blies de rook in de richting van haar ellendige kaarsen, en even leken de sliertjes damp een soort dans met elkaar aan te gaan. Of een gevecht. Ze zei iets in het plaatselijke taaltje waar geen touw aan vast te knopen was, iets akeligs, denk ik, maar ik lachte nogal brutaal terug en bleef mooi waar ik was. Dit was tenslotte óns plekje. Van Sean en mij. We spraken min of meer dagelijks hier af, om elkaar wat heimelijke zoenen te geven. Sean en ik waren de enigen van onder de dertig op het eiland. We hadden altijd veel plezier samen, tijdens de geheime ontmoetingen in de kerk of bij het kiezelstrandje. Hij vertelde me van alles over Glasgow, ook geen paradijs als ik hem geloven mocht. Hij wilde ooit naar Amerika, later, als hij niet meer gezocht werd wegens desertatie.

Soms roeiden we samen een stukje uit de kust, met zijn sloep, maar dat kon alleen als mijn ouders lagen uit te slapen. Hij heeft me toen nog vissen geleerd, en ik ken de namen in het Schots van zes verschillende vissoorten. Ik was zijn Bonnie Lassie of zoiets mals, in ieder geval was onze liefde voor de eeuwigheid bestemd en ik bietste altijd zijn sigaretten. Ik hield van hem. Hij van mij. Zo simpel was het.
Mijn vader mocht niet weten van onze romance, want in die tijd waren vaders anders dan tegenwoordig. Ik bedoel, ik had het bijvoorbeeld echt niet in mijn hoofd hoeven halen om ongehuwd samen te gaan wonen, zoals jij en Luke nu doen. Zelfs afspraakjes waren uit den boze. Het moest allemaal stiekem, en die kerk boven op de klif, waar bijna nooit iemand kwam, was ideaal voor ons doel. Maar die dag zat het tegen.

Toen Sean halverwege onze vrijpartij even naar het huis van zijn tante ging om whisky te ritselen, kwam er dus iemand de kerk in. Een vrouw met een hoofddoek om en lucifers in de aanslag. Dat devote mens bleef maar in die kaarsvlam staan kijken, ik werd er een beetje naar van. Wat zag ze allemaal voor visioenen? Als ze nu eens vertrok, kon Sean weer naar binnen komen en konden we lol maken. Misschien had hij inderdaad whisky bij zich.

Eindelijk was het katholieke vrouwtje klaar. De kaarsen blies ze, zeker uit zuinigheid, uit, en ze vertrok. Haar voetstappen in het grint verstierven. Ik wachtte, en schikte mijn haar nog maar eens, de krul begon er alweer uit te zakken. Sean kwam nog steeds niet opdagen. Ik besloot een kijkje te nemen.
Het begon te regenen, dat deed het vrijwel dagelijks en ik stoorde me er niet aan, ook al was het de pest voor mijn krul. Het pad naar beneden was glibberig, akelig glibberig en ik moest me vasthouden aan de rotsige uitsteeksels om niet naar beneden te vallen. Tja, liefje, en toen zag ik Sean dus. Hij stond tegen een rots geleund. Knap, groot, zwart haar, heel anders dan de eilandbewoners, die allemaal rossig waren en zo lelijk als de nacht. Mijn hart ging behoorlijk tekeer toen ik hem zag, dat mag je gerust weten.

Hij was niet alleen. Hij stond met zijn arm om een vrouw heen geslagen, en kuste haar. Een al wat oudere vrouw. Mijn moeder.
Je grootmoeder was misschien best wel knap, maar natuurlijk was ze wel al bijna tweeënveertig, en ze had vier kinderen gehad. En dat kon je toch wel zien, aan haar figuur. Ik kan rustig stellen dat ik er beter uit zag dan zij. Wat deed Sean dus met zijn lippen op de hare? Kon het werkelijk zijn dat hij iets voor haar voelde?

Misselijk deinsde ik terug om te kotsen. Toen ik weer keek, stonden ze nog altijd dicht tegen elkaar aan. Ik hoorde hem lachen. Zij lachte ook. Ze zagen me niet, zo druk waren ze bezig. Ik sla maar over wat er verder gebeurde. Het is tenslotte wel je grootmoeder over wie ik nu schrijf, hè. Anna Maria Scholtens-De Vries, geboren in Amsterdam op 2 februari 1898. Ja, je bent dus naar haar vernoemd, niet mijn idee overigens, maar niemand die mij iets gevraagd heeft.

Tenslotte liep ze heupwiegend weg naar de glibberige trap die naar het haventje zo'n vijftig meter lager leidde. Hij keek haar even na tot ze achter een met mos begroeide rots verdween. Zodra ze uit zicht was, stak hij een sigaret op. Blijkbaar was hij mij, in de kerk, met mijn haren gekruld en mijn lippen gestift met mijn laatste lippenrood, helemaal vergeten.
Ik kon kiezen, mijn moeder achterna rennen en de trap afduwen, een zekere dood tegemoet, of me wreken op Sean.
Oké, liefje, ik heb dus voor Sean gekozen. Kijk, anders was jij er ook nooit gekomen, nietwaar? Want ze was op dat moment tenslotte zwanger van mijn zusje. In ieder geval werd je moeder een kleine negen maanden later geboren.

Ik stormde op hem af en duwde hem, voor hij begreep wat er gebeurde, naar de rand van de klif en vervolgens gaf ik hem nog een zetje. Hij krijste, dat weet ik nog goed. Een heel akelige kreet. Gelukkig heb ik zijn ogen niet meer gezien.
Toen ik een kwartiertje later beneden kwam, stonden er wat bemanningsleden van de 'Pooldam' op de kade. Uitzinnige vreugde. De eerste machinist had het voor elkaar gekregen, het roer was gemaakt! Iedereen moest aan boord, het schip zou nog dezelfde avond vertrekken. Bestemming New York. In ieder geval zouden we het er op wagen, zo legde mijn vader uit. Mijn moeder knikte. Het zou een spannende reis worden, met overal gevaar op de loer enzovoorts. Ik keek haar onderzoekend aan, maar ze zag er net zo saai uit als anders. Misschien een beetje bleker.

'Ik wil Sean nog één keer zien!' riep ik uit. 'Ik heb nog helemaal geen afscheid van hem kunnen nemen!' Ik deed het om haar te pesten, natuurlijk.
'Kindje, die Sean is jou zo vergeten,' zei mijn moeder. Ik kwam niet meer van boord. Nog geen uur later zaten we op volle zee.
Nou ja, de rest weet je wel al, hè. We zijn veilig in Amerika aangekomen en hebben daar uiteindelijk het staatsburgerschap gekregen. Jouw moeder, mijn kleine zusje, het nakomertje, werd in New York geboren. Prachtig zwart haar.

Waarom ik dit allemaal heb opgeschreven en naar jou toegestuurd?
Zeg jij het maar. Jij bent de studente psychologie.

Onlangs heb ik bij toeval een artikeltje gelezen over de Enigma. die codeermachine van de Nazi's. Zo'n ingewikkeld technisch verhaal, afijn, niet echt interessant voor je. Maar de naam van Sean werd genoemd. Sean Wayne MacGuinness. Zo'n naam kom je niet vaak tegen, dus viel het me gelijk op.
Blijkbaar was mijn Sean één van de mensen die de allereerste Enigma code heeft weten te breken, toen hij als spion in Duitsland werkte. Maar hij kreeg nooit de kans om die code door te geven aan de Geallieerden. Hij verdween namelijk aan het begin van de oorlog op mysterieuze wijze van het eilandje Rathlin Innes, waar hij Duitse onderzeeboten in de peiling moest houden, tot hij zijn code veilig kon overbrieven.
Dat is nooit gelukt. Nee, allicht niet.
Ze vonden zijn lichaam pas na de oorlog terug, in een grot waar hij naartoe moet zijn gedreven.

Hij had tegen me gelogen. Ik heb er toch zo'n hekel aan als mensen tegen me liegen.

Het is guur nu. Ik heb een kaarsje aangestoken, dat doe ik wel vaker tegenwoordig, en ik probeer dan te zien wat die vrouw toen op Rathlin Innes in de kerk zag. Het lukt me niet altijd. Soms zie ik enkel vlammen. Maar af en toe...
Is het goed als ik mijn laatste dagen bij jou kom wonen? Je bent namelijk mijn lievelingsfamilielid.
Dat weet je toch, liefje?

vrijdag 27 juni 2008

Vakantie!






Eten aan boord van de King of Scandinavia












foto van de Tiger: Germen de Groot

Uitzicht in Troon

Meer foto's van Newcastle & Schotland





hotelkamer in Newcastle, Thistle hotel





De twee ramen linksboven = Seascape, het appartement in Troon

Newcastle en Schotland!



Dundonald Castle, Dundonald

Gisteren kwamen Maarten en ik terug van een vakantie in, eerst, Newcastle en daarna Schotland. Het weer was prachtig voor november :), het kustplaatsje Troon, waar we een mooi appartement hadden met uitzicht over zee, zo goed als verlaten. We hadden een heel bijzondere tijd, de kastelen en ruïnes, de kerken in Troon die we van binnen hebben bekeken, met een onverwacht enthousiaste gids Colin genaamd die ons werkelijk alles liet zien, tot en met alle bijgebouwen.
Het prachtige landschap, het uitzicht dat we vanuit ons appartement hadden op het vulcanische eilandje Ailsa Craig dat zomaar verscheen en net zo mysterieus weer verdween, de vriendelijke mensen, de pubs en het theatertje in Newcastle, The Hyena geheten, waar we stand up comedians hebben bewonderd.
De treinreis, de boten, waaronder de King of Scandinavia die behoorlijk slingerde op de heenreis, het hotel in Newcastle, met de metro naar de restanten van een Romeins fort, Segedunum geheten, in Wallsend (was niet veel van over!). Haggis gegeten (Maarten dan). Alle nachten heerlijk geslapen!
Op de dag van vertrek hadden veertig koeien de spoorrails bij Ayr geblokkeerd, wat de trein naar Newcastle zo'n drie kwartier vertraging opleverde. Als laatsten checkten we in voor de ferry naar IJmuiden.

dinsdag 27 mei 2008

zondag 11 mei 2008

Sterk verhaal 2: De eerste liefde van een zeeman (door Ina)

Het was 1964, mijn eerste reis als matroos. We moesten hout halen in Finland in het één of andere haventje waar ik nadien nooit meer geweest ben. Het duurde een week om ons schip te laden en in die tijd kreeg ik verkering met een lief meisje dat ik niet verstond, maar ze kon wel zoenen. We kerfden onze initialen in één van de balken die nog op de kade lagen. ‘KG hartje JM’. Toen brak de dag aan dat alle balken geladen waren, het ruim was vol en we moesten vertrekken. Ze heeft me nog uitgewuifd. Zij met haar hoofddoekje tussen al die andere vrouwelijke havenarbeidsters. Nooit meer wat van gehoord.

Dertig jaar later was ik op vakantie met mijn gezin, op het Griekse eiland Naxos. Omdat we geen hotel hadden geboekt, maar op de bonnefooi waren gekomen, accepteerden we het aanbod van zo’n jochie bij de boot, die ons logies kon leveren. We liepen met hem mee naar een nog helemaal nieuw huis dat bijna was afgebouwd en we kregen wat later de keuken zou worden als slaapkamer. Het kostte bijna niks, dus we waren best wel in onze nopjes, al moesten we ons wassen bij het aanrecht.

Mijn vrouw pakte onze spullen uit en ik maakte intussen een praatje met de eigenaar van het huis in aanbouw. Georgios of zoiets heette hij. Hij was er erg trots op dat hij zelf zijn huis had gebouwd, maar het ging niet echt snel, hij was al tien jaar bezig. Hij liet me de nieuwste uitbouw zien, dat werd zijn badkamer geloof ik. Er viel nog niet veel van een bad te bespeuren, het waren allemaal nog balken en gemetselde buitenmuren. Opeens viel mijn oog op één van de balken.

Echt waar. In die balk stonden mijn initialen gekerfd, met het hartje en de initialen van mijn Finse verkering! Ik gaf een gil. Georgios keek me angstig aan. Ik probeerde hem uit te leggen wat er aan de hand was, maar hij haalde de schouders op en liep weg. Gelukkig had ik mijn vrouw ooit verteld over die bewuste verkering en zij geloofde me. Ze maakte zelfs nog een foto van die balk. Helaas, toen we het filmpje later thuis lieten ontwikkelen, was ie bewogen en kon je niets van het hartje en de initialen zien.

Een jaar geleden was ik weer op Naxos, deze keer alleen want mijn vrouw is allang overleden. Ik heb het huis nog opgezocht. Ik ben niet binnen geweest, maar het gaf me een apart gevoel te weten dat daar ergens in die badkamer van die Griek mijn initialen staan en die van het meisje dat me leerde wat tongzoenen is. Met een hartje.

Sterk verhaal 1: Vakantie van een puber (door Ina)

Ik ben nou een ouwe lul van bijna vijftien, door de wol geverfd en gepokt en gemazeld, maar jaren geleden, en nu spreek ik over begin deze eeuw, hadden mijn ouders het plan opgevat om ons, de zoons, mee te nemen op een autovakantie naar België, naar het gebied waar ze alleen maar Frans en Duits spreken.

Wij waren niet veel gewend qua reizen, een dagje naar de wal, dat werd dan meestal Leeuwarden, vonden we al heel wat. Verder dan Limburg waren we nog nooit geweest. België klonk me dan ook behoorlijk exotisch in de oren.

Naarmate de vertrekdatum naderde, begon ik me toch wel zorgen te maken. Ik sprak geen woord Frans of Duits en ik had er eerlijk gezegd weinig vertrouwen in dat mijn wereldvreemde ouders de taal enigszins behoorlijk zouden beheersen, laat staan mijn slome broer. Met dat stel boeren op vakantie gaan, dat ging natuurlijk nooit goed. Dus nam ik mijn voorzorgsmaatregelen.
Ik leerde drie zinnen uit mijn hoofd in het (gebrekkig) Duits en in het (zeer gebrekkig) Frans, om mezelf in geval van onverhoopte calamiteiten uit de ellende te halen. Zin 1 en 3 waren daartoe zeer geschikt, zin 2 kwam er min of meer per ongeluk tussen.

Zin 1: Diese idioten kenn ich nicht, ich binn der sohn von Beatrix, oftewel : Je ne connais pas ses idiots ici, je suis le fils du roy de Hollande.

Zin 2 : Möchten Sie mit mir schlafen? Voulez vous couchez avec moi? (Ik was 11, maar goed.)

Zin 3 : Wo ist der Bahnhof? Ou est le gare? En die laatste zin kwam me toevallig goed van pas!

Op de allereerste dag in de Ardennen, midden in de beboste heuvels en bergen, speelde ik het namelijk klaar om te verdwalen. Terwijl de rest van de verschrikkelijke autoreis lag te bekomen, verkende ik, de avonturier van de familie, de woeste omgeving. Ik zou alleen maar een eindje om gaan, dacht ik, maar al na vijf minuten ging het mis met mijn oriëntatievermogen. Ik doolde uren en uren rond en ik kon met geen mogelijkheid ons vakantiehuisje terug vinden.

Het begon al donker te worden. Huilend, dorstig en half verhongerd trof ik een meneer aan die bij een beekje zat te vissen. (Ik heb sterk het vermoeden dat het Marc Dutroux was, maar maak dat maar eens hard!) Hij sprak geen woord Vlaams, maar ik was hierop voorbereid! Zin 3 au Français! Hoewel het nergens op sloeg, want ik moest helemaal niet naar een station, maar naar ons vakantiehuisje.

De man gebaarde loom in een bepaalde richting en riep iets onverstaanbaars. Ik ontdekte een spoorweg en begon die in een willekeurige richting te volgen, in de hoop bij de bewoonde wereld aan te komen, een politieagent te vinden en mijn ouders op te sporen, of anders mensen met meer geld die me wilden adopteren.

Ik liep nog geen drie minuten langs dat spoor, of ik stond opeens in de tuin van ons vakantiehuisje! Ze lagen allemaal nog te slapen en hadden me niet eens gemist! Dat is toch sterk, nietwaar? De rest van de vakantie deden we de hele nacht geen oog dicht, want ieder half uur denderde er een goederentrein langs. Vandaar de lage huur, realiseerden mijn ouders zich bitter. Dat ze mij bijna waren kwijt geraakt, hebben ze nooit beseft.

Kindlief aan de arbeid 11 mei 2008


Moederdagcadeau


Avatar perikelen - lekker technisch


Omdat ik leuk voor de dag wil komen als ik ergens een reactie deponeer, probeer ik om de afbeelding in "mijn profiel" als Avatar in te stellen. Ik vond dit wel een aardig plaatje, in plaats van de foto die ik al in mijn profiel had staan. (Marinade Dave heeft het mooi voor me ingekleurd.) Die foto was nooit als Avatar te zien, dus moet ik zeker iets instellen en dat instellen is nog niet zo gemakkelijk, ondanks de link die ik van hem kreeg voor mensen die "Technically challenged" zijn :) of te wel technische sukkels. Tot nu toe is het niet gelukt.
"Help" geeft me ook niet echt een goed advies.
Maar ik geef nog niet op...

gevonden in "help":
"Is there any way to put an avatar with my name at the end of my posts? I'd like to snuggle it in there with my name, OR, instead of my name; I might like that even better. I want to use a different one, not my photo from my "profile/about me" loction. I like having my photo up there with the profile, but not anywhere else. So, is there a way to put a small avatar at the end of my post: (1) with my name (2) instead of my name

Yes you can do that.
You'll have to find the spot in your template where the footer section for the posts is, then find the bit of code that makes that, usually looks like
posted by <$BlogItemAuthorNickname$>
You can change that to anything, <$BlogItemAuthorNickname$> prints out your Blogger User Name automatically, you can add an image tag after it that displays your uploaded 'avatar' , or you can replace the blogger tag with that. "

Best wel moeilijk: footer section for the posts?

zaterdag 3 mei 2008

mindreader...

http://www.eclh.nl/vaklokalen/wiskunde/Gedachten%20lezerken.htm

klik op de link en concentreer je!
(gejat van 100% mike)

De Holland


De link brengt je naar een mooie site over De Holland, het bergingschip van rederij Doeksen.